Tekstbureau MARBÈR
Beer
Beer
Ik had op mijn aangename vlucht van Auckland naar Christchurch een aardig gesprek met een Canadese. Ik vertelde dat ik vorig jaar haar prachtige land had bezocht en wist zowaar, nog een aantal plaatsen uit mijn geheugen op te diepen. En dat na bijna 30 uur vliegen.
Ze was afkomstig van een klein eiland vlakbij Vancouver waarop je met helder weer de bergen van de Amerikaanse staat Washington kon zien liggen. Gek genoeg had ze pas vorig jaar ook de toeristische attracties van onder meer Banff en Calgary bezocht terwijl ze toch al weer enkele jaren op de aardbol rondloopt. Zo dichtbij, maar nooit gezien. Maar goed, ik stak de welgemeende loftrompet op over Canada. Maar ik vind dat het land een minpuntje heeft. Al die honderden beren die loslopen. Let wel, ik vind het, zeker gezien mijn achternaam en bijnaam, prachtige en imponerende beesten, maar ik heb ze inmiddels drie keer van heel dichtbij gezien en weet dat ik het altijd tegen die jongens zal afleggen in snelheid en kracht. Ik bewonder ze graag op een afstandje en snap niet dat Canadezen zo relaxed ogenschijnlijk door hun prachtige wouden wandelen met de kans op achter iedere boom een grizzly of zwarte beer de hand te schudden. Ik kan wel stoer beweren dat ik ze wel kan trotseren en ik ze verjaag, maar dan doe ik stoer tegen beter weten in. En ik weet beter...
Zij deelde mijn mening. Sterker, een van de voordelen van Nieuw Zeeland vond zij dat je hier geen wilde dieren op je pad treft tegen wie je het in een 1-tegen-1 gevecht aflegt. Zeker nu haar vriend uit eigen ervaring kon vertellen dat die ogenschijnlijk goedaardige goedzakken soms dodelijke bijbedoelingen hebben. Zij vertelde dat haar vriend op een mooie dag met zijn baas aan het vissen was op een Canadees meer. Zich niet bewust van het gevaar dat op een afstandje loerde. Dat gevaar bleek een zwarte beer te zijn die piratenneigingen vertoonde. De beer zwom naar de boot, klom aan boord en viel haar vriend aan. Hij beet zich vast in de nek van de jongen. Zijn baas had de tegenwoordigheid van geest om met grote vishaken op de kop van de beer te slaan, tot die losliet. Uiteindelijk legde de beer het loodje. De vriend maakt het goed, ondanks een paar stoere littekens.
Eens te meer besefte ik hoeveel geluk ik gehad had toen in de Canadese bergen een jonge grizzlybeer mij slechts twee meter luid grommend passeerde en met een enorme sprong soepel en razendsnel over een rots in de bossen verdween. Mij trillend als een rietje achterlatend. Nee, in mijn schuilt van alles maar geen Indiana Jones…
