top of page

TomTom Ai ai

Een navigatiesysteem is tijdens een vakantie een grote steun. Als je nieuw bent in een land met andere gewoontes en regels kun je vaak in het begin het zoeken naar de juiste wegen er niet bij hebben. Zeker als je partner niet echt bedreven is in het kaartlezen. Geef het navigatiesysteem een goede opdracht mee en je rijdt bijna als een local door wereldsteden. Zaak is dan wel om af te gaan op de aanwijzingen die het systeem aangeeft.

Ik verzuimde dat een keer en verkoos een avontuurlijke route op het Canadese Vancouver Island. Na een aantal dagen bivakkeren in het kleine plaatsje Tofino aan de westkust hadden we ruim 400 kilometer voor de boeg over de Pacific Rim Highway naar Telegraph Cove, aan de oostkust.

Halverwege de wonderschone trip wilde ik wat variatie in de route en programmeerde de eindbestemming nogmaals, ditmaal met de onverharde wegen. Mijn reisgenoot had het niet zo op dit soort wegen. In haar achterhoofd zoemde nog het treurige beeld rond van twee lekke banden op het verlaten platteland in Ierland. Met slechts één reserveband. Mijn opmerking dat zij die schade had veroorzaakt na talloze waarschuwingen van mij om niet voortdurend de berm op te zoeken, verhoogde de sfeer in de auto niet bepaald. En was achteraf dus niet slim…

Probeer haar dan maar weer gerust te stellen. Ik ondernam wel pogingen. Ik wilde slechts een paar kilometer avontuur, zei ik, en daarna zouden mijn avontuurlijke aspiraties wel getemperd zijn. De eerste kilometers was de weg goed begaanbaar door de gravelachtige ondergrond. De kuilen namen echter snel in aantal toe en de weg versmalde zichtbaar. Terwijl het aantal tegenliggers fors toenam. Ik had mij namelijk onbedoeld gewaagd in het territorium van de houthakkers. Grote stoere vrachtwagens met aanhangers vol metersdikke boomstammen claimden veel ruimte op de smalle wegen. Herhaaldelijk moest ik mijn forse huurauto in de berm parkeren om de gevaartes te laten passeren. Ik vond het prachtig en cool. Zwaaide voortdurend vriendelijk naar de tegenliggers. Dat was nou avontuur. Stoere mannen, in geblokte shirts die met bloed, veel zweet en weinig tranen hun noeste arbeid verrichtten in ‘the middle of nowhere’. Mijn reisgenoot vond het echter maar niets. Naarmate ik vrolijker werd van het avontuur nam haar chagrijn en angst toe. Beelden van ongelukken, het spoor bijster raken of verslonden worden door beren, doemden in haar hoofd op. En ik ondertussen maar nuanceren en relativeren. “We rijden zo het bos uit, de weg wordt zo verhard.” Die tekst kon ik een half uurtje volhouden, daarna werd ik ongeloofwaardig. De spanning in de auto nam hand over hand toe, tactisch leek het mij slimmer maar mee te gaan in haar emotie door luid tierend mijn ergernis over weer een onverharde weg te uiten als we bij een afslag kwamen. In mijn voordeel pleitte ook niet dat de zon langzaam onderging en de routebeschrijving vager werd. Ik had soms de keuze uit drie wegen die alle drie oostwaarts gingen maar tientallen kilometers verder wellicht afbogen naar elders en niet naar de eindbestemming. Ik gokte voortdurend. Probeer dan maar eens het hoofd koel te houden. Ik wilde genieten van het avontuur maar door externe factoren, lees een nerveuze en boze partner, was dat lastig. Zeker toen ik ook nog een plaspauze inlaste en even uit beeld verdween en zij vermoedde dat ik voer voor beren werd.

Twee uur later kwam eindelijk de verharde weg in zicht. Ik polste een kwartier later haar humeur en gokte dat het wel tijd was om de schoonheid van het avontuur in plaats van de gevaren te belichten. Mijn timing kon niet slechter. De sfeer in de auto ontplofte net niet. Ik moest met de hand op mijn hart verklaren dat ik nooit, maar dan ook echt nooit meer een onverharde weg in het parcours zou opnemen. Zo ontstaan leugentjes om bestwil…

bottom of page